donderdag 29 maart 2012

Proeve

Met de kruiwagen in de achteruit
de berg op, de heuvel af, de sloot in
geschiedenis schrijven op het dashboard
gedachten knijpen, vleugels rijpen
in het late zonlicht, er ligt nog zoveel
te wachten op

een buiging in het natte gras
toverbloemen hangen te buiten
naast de witte kippen dansen spruiten
wegmaaiers, eierdopjes, regenwater, stop.

Ik draai om, de handrem erop.
Nemen we morgen afslag zuid.

dinsdag 27 maart 2012

Ruimtelijk

Dag blad, hoe lig je stil
tussen de regels te zijn
zoals de nacht zich mengt
tussen de sterren.

Ik lees je, schrijf je
met mijn gedachteninkt
pas als ik zeker ben

laat ik je
los.

maandag 26 maart 2012

In het licht

Engel van licht
brengt leven in mijn ogen

ik streel je naar de zon
vergeet het kind van gisteren

als ik bij je blijven mag
de lente proeven
in elke dag

noem ik je
parel van mijn dromen.

zaterdag 24 maart 2012

RĂªverie


Kom dan kleine melodie
speel nog eenmaal je maanlicht
op mijn bevroren vingers

geef je nachtkrijt aan mijn dromen
bedek het wit, het wit van stilte

op maat gezwegen, eenzame
uren van voorbije levens

laat de geplooide tijd weer spreken
tot de essentie in mijn adem rust

bewaar me.

donderdag 22 maart 2012

Zinnen en zonnen

Een gedachtespel
speel ik met de lente:
vlijtige vlinders vlijen
zich als innige innen
aan mijn vastberaden zinnen.

Een blije bij cirkelt rondjes
rond mijn hoofd, de tijd tolt
en een bal rolt sporen in het gras.

Kleine kinderen kruipen sluipen
door het gelukzalig groen
nemen de kortste route
door de tovertuin.

Ik flirt met de zon
begraaf mijn hoofd in haar
en denk aan helemaal niets.

dinsdag 20 maart 2012

Hymne voor Meiko

Een fluit speelt
over het morgenrood
een hymne voor Meiko

voorbij de hemel zweeft haar stem
een zwaai een dans een droom

haar echo groeit tussen de bergen
verzamelt klanken
uit de snaren van de wind

rozen dansen in de sneeuw
de bloesem in haar hart
wijst de weg naar huis

de bomen buigen
een nederige groet
de lotusbloem opent haar tempel

het lentelicht valt in stilte
voor haar voeten.

dinsdag 13 maart 2012

Aan de waterkant

Haastig vertrok het zand
van de bodem, sloeg diepe voren
in de nacht en het meer
bleef over in haar leegte.

De maan sloeg bleek
als hand voor open mond het water
lag eenzelvig op haar kant.

Nooit was de horizon zo verzonken
in de mist, nooit was het land
zo onbemand

maar het kind dat blootsvoets
in de verte uit het mistlicht
verscheen

wist zich veilig
aan de waterkant te houden.


 

zondag 11 maart 2012

Zweefvliegvluchtfladder





















Ik werp mijn anker naar de zon
schep deeltjes, zie ze reizen
met bloesemwolken over de zee.

Ik blaas stof over mijn haven
duizel onder het verborgen licht
en het diepblauwe gezicht.

Ik vluchtfladder uit gedachten
rijg een snoer van lente
over al mijn eenzame nachten.

Ik bewonder de adelaar
de magnolia, de vlinder
het lentekind onder de meiboom.

donderdag 8 maart 2012

Dwaallicht

Terwijl hongerige schaduwen
de vallende avond bezetten

lichten zij
de volle maan bij
 
tussen wit en vluchtig zwart
een bundel letters

helder en blauw van belofte
geprojecteerd op mijn verstand

een droom van uitzinnige woorden
pootje badend aan mijn wakker strand.

maandag 5 maart 2012

Verheven

Ik denk rots. Ik voel koude rillingen
tegen mijn klippen botsen. Ik denk
de branding die mijn lippen blust.

- geruisloze omarming tussen twee stranden -

Ik berg het zand en verleid
een albatros tot mij zijn.

Ik ben wit en waak over
het zout dat met je ogen speelt.

vrijdag 2 maart 2012

Nachtblauw

Krijtrotsen varen door de mist.
Blauwe bedwelmingen
dingen naar sereniteit.

De nacht knielt
voor het kalme water.

Er ligt rust voor anker.
Schuimwolken dromen,
stromen voorbij.

De zee opent haar mond,
laat mij zachtjes binnenkomen
en op de bodem vind ik een woordenschat.

Ik schrijf water tot het trilt
in het diepste wezen
van het woord: melodie.